Het is een dier wiens reputatie mythische proporties heeft: de sneeuwpanter (Wetenschappelijke naam Panthera uncia). ‘Irbis’ genoemd door mensen die in zijn leefgebied leven. Met zijn prachtige zilvere vacht en lange pluizige staart is het een indrukwekkende verschijning. Maar het is ook een mysterieus dier omdat het zo weinig gezien wordt, de sneeuwpanter is voor natuurfilmers en – fotografen de heilige graal: iets waarvoor ze uren in de kou op een bergkam posten. Een stuk comfortabeler is het om het dier ‘gewoon’ in een dierentuin of museum te bekijken. In Naturalis staat er eentje, die in Artis is gestorven. Dierenpark Hoenderdaell in Noord-Holland heeft er onlangs twee opgevangen via Stichting Leeuw. Verder zijn de dieren voor zover bekend niet in Nederland te zien, wat het heel bijzonder maakt dat het Missiemuseum er ook eentje heeft. Nog bijzonderder is dat ‘onze’ sneeuwpanter uit het wild komt.
De sneeuwpanter komt in de natuur alleen voor in Centraal-Azië, in koude, onherbergzame hooggebergten. Honderd jaar geleden arriveerden Steyler missionarissen in Kansu, de Chinese provincie waar onze sneeuwpanter vandaan komt. Hier waren zij van 1922 tot 1953 gevestigd, met op hun hoogtepunt zo’n 100 broeders in de regio. Hun voornaamste focus was het bekeren van de Han Chinezen, maar ze benaderden ook de Tu- en moslim bevolking. Hoeveel sneeuwpanters er toen wereldwijd nog leefden is moeilijk te achterhalen, bekend is dat het er inmiddels niet meer dan 4500 zullen zijn, het is een bedreigde diersoort.
Lees verder onder deze foto
Ene broeder Mansuetus verzond de sneeuwpanter naar Steyl. Op de oudste foto’s van de roofdierenvitrine, rond 1931, staat de sneeuwpanter nog niet op zijn plaats. Glasnegatieven uit diezelfde tijd (vermoedelijk één tot enkele jaren later) tonen het dier individueel opgezet, zoals het nu in de vitrine staat. Broeder Mansuetus vertelde dit aan broeder Berchmans in zijn rondleiding. Dat moet dus voor de sterfdatum van Berchmans in 1934 zijn geweest.
De vondst van de sneeuwpanter is een spannend verhaal: broeder Mansuetus was op zoek naar een groot hert, dat eerder door een geweerschot dodelijk gewond was geraakt. Cirkelende aasgieren verrieden de positie van het hert waardoor de broeder het kon vinden. Toen hij het eenmaal gevonden had durfde hij het niet te benaderen - er lag een sneeuwpanter overheen. Snel werd duidelijk dat dit roofdier stervende was, en dus geen groot gevaar. Broeder Mansuetus verlosde de sneeuwpanter uit zijn lijden. Een ongelukkig toeval had het gewei van het hert zo doen afbreken, dat het de luchtwegen van de sneeuwpanter had doorboord en het zo dodelijk had verwond. Een tragisch einde voor dit prachtige dier, wat tot een unieke aanwist in de collectie van het Missiemuseum heeft geleid.